woensdag 20 januari 2010

2 Artikel of begin van een proefschrift?

Een wetenschappelijk artikel schrijven, dat moet toch makkelijk kunnen in een jaar. En daarbij de opzet voor het gehele promotieonderzoek. Dat was de opgave voor 2009. Het bleek niet zo eenvoudig als ik dacht.

Verwondering en een onbevangen blik is een belangrijke grondhouding als je begint aan een onderzoek. Niks is zeker totdat het wetenschappelijk is bewezen. Onderzoeksvragen moeten open zijn en toch specifiek genoeg, in ieder geval kun je met een onderzoeksvraag niet vooruitlopen op de resultaten.

Na gesprekken met allerlei betrokkenen en experts was ik een jaar geleden stiekem al tot de conclusie gekomen dat de introductie van de gemeentebrede huisstijl had gewerkt als motor voor gemeentebrede verandering. Mijn onderzoeksopzet werd in het begin gekenmerkt door vragen waar het antwoord al bijna in zat opgesloten. Maar dat werkte niet. Meer openheid en onbevangenheid was het devies.

Hersengymnastiek
Ik kwam er achter dat wetenschappelijke artikelen, onderzoeken en proefschriften veel opsommingen van verschillende theorieën en auteurs bevatten. Het onderlinge verband en de reden waarom er zoveel werd geciteerd werd me niet altijd even duidelijk. Onder andere omdat ik niet altijd helemaal begreep waar het nu precies om ging. Het doorgronden van wetenschappelijke kost betekent voor mij zware hersengymnastiek kan ik je vertellen. Hoeveel wetenschappers moet je nu eigenlijk citeren om een punt te maken? Dat is een vraag die wel eens in mijn hoofd op komt. In ieder geval meer dan in de praktijk, dat is duidelijk.

Ik heb het vast gehouden, de onbevangen en open grondhouding. Te lang waarschijnlijk. Ook heb ik heel veel gelezen. Het eerste doel van deze exercitie was het maken van een theoretisch kader wat ik zou verpakken in een mooi metaforisch artikel. Het opsommen en combineren van de voor mij relevante theorieën bleek geen sinecure. Weer zware hersengymnastiek en tegelijkertijd een prachtig creatief proces, veel creatiever dan ik ooit voor mogelijk had gehouden.

Geen artikel
Eind 2009 was mijn artikel klaar en ik was hartstikke blij. Zo’n complex en ingenieus geheel, het was vast vernieuwend en klaar voor publicatie. Het commentaar van mijn begeleiders luidde anders: Teveel een verzameling van noties, focus ontbreekt, geen kop en staart, niet spannend. Dat loog er niet om. Gelukkig was er ook een positieve kant. Mijn stuk was weliswaar geen artikel maar een goede aanzet tot het begin van een proefschrift. ‘Het is inleidend, onderscheidend, conceptueel en het zet de belangrijkste termen uiteen en in onderling verband.’ 

Submission rejected
In 2009 heb ik ook een poging gedaan om te worden toegelaten tot een congres waar wetenschappers onderzoeksvoorstellen presenteren. Om te worden toegelaten schrijf je een abstract waarin je je idee kort uiteen zet. Als je wordt geselecteerd krijg je de gelegenheid om je onderzoeksplan volledig te presenteren.
Ik werd niet toegelaten, wat een tegenvaller. En ik dacht echt iets moois te hebben ingestuurd. Dit stuk had hetzelfde probleem als mijn metaforische artikel: te weinig focus, geen kop en staart, niet spannend genoeg.

Worsteling en blog
Al met al worstel ik met de juiste balans tussen openheid en stellingname. Ik moet beter laten zien welke theorieën ik wil gebruiken om de onderzoeksvragen die ik heb, te kunnen beantwoorden. Nogmaals: zware hersengymnastiek.

Deze worsteling brengt me uiteindelijk tot een weblog. Dit blog dwingt me onder woorden te brengen hoe het me vergaat op het onderzoekspad. Het helpt me mijn gedachten te scherpen en biedt inzicht in de vorderingen van mijn onderzoek. Hiermee dient dit blog voor mij als evaluatieinstrument. En ik hoop mijn communicatiecollega’s inzicht te geven in de wereld van de wetenschap bezien vanuit de praktijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten