woensdag 9 juni 2010

15 Wat nu?

Het is even stil geweest. De afgelopen weken heb ik me vooral gericht op het schrijven van een nieuwe, aangescherpte onderzoeksopzet en ik ben gestart met het theoretisch kader voor mijn ‘Amsterdamonderzoek’. Daar heb ik Noelle Aarts en Rob van Es intussen over gesproken. Inspirerend, maar ook verwarrend want mijn begeleiders zijn het niet eens met elkaar. Wat nu?

Rob is er van overtuigd dat ik de totale onderzoeksopzet eerst op orde moet hebben voordat ik me me stort in welk empirisch deelonderzoek dan ook. Noelle adviseert me om nu aan de slag te gaan met de voorbereiding van mijn ‘amsterdamonderzoek’, een onderzoek naar de betekenis van de huisstijl bij de fusie van de stadsdelen.

Meet infomatie nodig?
Ook zou ik me volgens Noelle (nog) beter moeten verdiepen in beeld als communicatiemiddel. Ik dacht dat ik dat voldoende had gedaan met het bestuderen van vijf boeken over ‘visual communication’ en ‘visual impact’, zie ook mijn blog van een poosje geleden. Maar daar moet ik toch echt een studie van een reeks wetenschappelijke tijdschriften aan toevoegen. Zucht, ik dacht dat het alleen nog ging om aanscherpen en niet nog meer informatie verzamelen.

Rob daarentegen geeft praktische redactieadviezen waarmee ik de vraagstelling aan te scherpen. Hij laat zien wat ik nog kan doen om de onderzoeksopzet af te maken. Ook legt hij uit wat ik uit het theoretisch kader van het amsterdamonderzoek moet halen om het geaccepteerd te krijgen voor publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift. Het toevoegen van nieuwe informatie komt in zijn advies niet voor.

Ik ben in verwarring gebracht. Wie moet ik nu volgen, misschien een gulden middenweg vinden die goed aanvoelt? Dat laatste blijft ontzettend belangrijk. Niet in het minst voor deze amateur-onderzoeker die zich nog steeds een beetje onwennig beweegt in onderzoeksland.

Meekijken? Adviezen en een frisse blik zijn meer dan welkom.